Oktober 2017. In mijn agenda staat een interview met De Cocon gepland (een welzijnsmagazine, voor en door hoogsensitieve personen). De dag van het interview voelde ik me wel oké. Mijn leven verliep misschien niet honderd procent zoals ik het op dat moment wenste, maar zo verloopt het bij niemand, toch?
Me van geen kwaad bewust begon ik aan het gesprek en al gauw werd me duidelijk dat de persoon die tegenover me zat me begreep. Hij keek niet raar op, hij beaamde zelfs mijn ‘overdreven’ emoties. Hij was hooggevoelig en voor het eerst in lange tijd ging er een grote poort in mijn hoofd open. Het was een kwestie van minuten voor al mijn emoties eruit stroomden. Professioneel blijven en me herpakken kwam zelfs niet meer in me op. Ik wou plots zo veel delen en vragen. Het werd een emotionele ontmoeting. Maar ook mijn eye opener...
Dankjewel Jeroen, voor alles.
Het mooiste interview dat er ooit over mij werd geschreven:
Door Jeroen Neuckermans
Toen het thema boosheid en frustraties ter sprake kwam op de redactievergadering van HSP Vlaanderen, was het mijn idee om Hanne Troonbeeckx te interviewen voor het tweemaandelijks welzijnsmagazine De Cocon. Toen ik in de zomer van 2016 toevallig in de media voorbij zag komen dat Hanne uit de HSP-kast was gekomen, had mijn hooggevoelige antenne intuïtief een signaal uit de ruis gefilterd. De teneur van haar verhaal, dat destijds door verschillende schrijvende media werd opgepikt, was me bijgebleven en ik had de indruk dat zij de lezers wellicht iets kon bijbrengen over dergelijke moeilijkere thema’s als boosheid en frustraties. Ik kreeg in het verhaal van Hanne vrij sterk het gevoel dat alles op dat moment voor haar misschien niet verlopen was zoals het had kunnen verlopen. En Ilse, de voorzitter van de vereniging en hoofdredacteur, had wel oren naar mijn suggestie.
Toen we vervolgens contact opnamen om te polsen of zij open stond voor een interview, was ze direct enthousiast: “Met veel plezier wil ik met jullie hierover praten, al ben ik wat HSP betreft zelf nog vrij zoekende. Ik weet dus niet of ik meteen goed advies zal kunnen geven, maar gewoon een persoonlijke ervaring kan soms ook fijn zijn om te horen; althans, zo ervaar ik dat toch …”
Er werden nog enkele e-mails over en weer gestuurd om een afspraak vast te leggen en het viel me telkens op dat ze heel spontaan is in haar reacties. Ook merkte ik in mijn voorbereiding enkele dagen voor het interview dat als je de naam Hanne Troonbeeckx leest, het woordje emotioneel nooit veraf is. En tussen de regels viel me evenzeer op dat ze in haar emotionaliteit nogal geplaagd wordt door onzekerheid. Als man lijkt dit om hoogst onduidelijke redenen meer regel dan uitzondering te zijn voor vrouwen.
De dag van het interview spoorde ik van Gent naar Limburg. Ik was mooi op tijd op de door haar gekozen locatie en op het uur van afspraak zag ik een gemiste oproep, gevolgd door een sms met het bericht dat ze me stond op te wachten aan het station. Ik belde haar terug om te melden dat ik al was waar we afgesproken hadden – het misverstand was ten dele mijn schuld – en maakte me nog de bedenking dat zij klaarblijkelijk heel zorgzaam is ten aanzien van andere mensen. Een vijftal minuutjes later zie ik haar verschijnen en in wat toen volgde was er mij eigenlijk ook al iets opgevallen, of toch als ik er nu aan terugdenk. Onze blikken kruisten elkaar en er zat een soort van onvermoede herkenning in de grijnslach die ze tevoorschijn toverde, waarschijnlijk aangemoedigd door mijn zachtmoedige glimlach door haar attentie van net tevoren. Hoffelijk stak ik mijn hand uit om haar te begroeten. Lichtelijk verrast nam ze hem aan maar ze liet zich niet uit haar lood slaan en stapte op me toe omdat ze blijkbaar graag ook een kus gaf – als man is het natuurlijk weinig geloofwaardig om op zo’n moment dan bezwaar te maken. Ik kreeg er zelfs nog een halve knuffel bovenop …
De plaats van afspraak was niet echt ideaal voor een interview. Binnen was het benauwend en druk, alleen buiten in een bescheiden laat zomerzonnetje waren er nog enkele rustige plaatsjes te vinden. Dat stootte meteen op amusant verzet van Hanne: “Neen, dat is te koud voor mij. Kom, ik ken nog een andere plek hier iets verder.” Ik volgde haar gewillig en we begonnen het interview alvast informeel met wat smalltalk. Eenmaal aangekomen bleek het daar al even druk, maar het was tenminste een open ruimte en het personeel verzekerde ons dat het wel gauw weer zou leeglopen. Zij had nog niet gegeten en terwijl ze bestelde gaf ons dat beide de gelegenheid om de diepte van het water te peilen voor het interview. De ongedwongen openheid waarmee ze het gesprek inzette werkte alvast bemoedigend. Er zat overduidelijk een vrouw voor mij met een weelde aan emoties, die de puzzelstukken vormden waardoor ik het beeld van Hanne stukje bij beetje zag verschijnen. Ze gaf zelf al vlug aan dat emoties bij haar enorm, maar dan ook echt wel é-norm overheersend zijn. Persoonlijk zie ik daar altijd spontaan het potentieel van in, van een dergelijke krachtige emotionaliteit. Het viel me ook op dat er evengoed een sterke vrouw met pit voor me zat, of toch op haar manier. Alleen merkte ik vrij snel dat ze door haar emotionaliteit blijkbaar nooit echt helemaal overtuigd is geraakt van zichzelf, en dat is iets dat me in mijn leven al meermaals is opgevallen: hoe sterke vrouwen die hun kracht expliciet ontlenen aan hun vrouwelijkheid – dus onder invloed van emoties – zo goed als elke dag gekweld worden door wat naar mijn gevoel overwegend onterechte onzekerheden zijn. Zo kan emotioneel potentieel natuurlijk nooit rijpen …
Ik wou eerst en vooral eens luisteren of het interview in de zomer van 2016 omtrent haar HSP nu eigenlijk gepland was of meer een samenloop van omstandigheden, voor ik de thema’s boosheid en frustraties ter sprake bracht. Die vrouw met pit zei me dat het toen eigenlijk niet de bedoeling was om het over HSP te hebben: “Ik wou dat interview helemaal niet doen maar wegens sponsorverplichtingen kon ik er moeilijk onderuit. Ik zat op dat moment alleen niet zo supergoed in mijn vel waardoor mijn emoties heel fel uitvergroot waren. Ik kan dat dan maar moeilijk van mij afzetten en tijdens het interview had ik zoiets van: F*ck it. Ze kunnen voor mij nu eens allemaal de boom in en ik ga gewoon zeggen hoe het is: Neen, ik ben niet altijd gelukkig!”
In mijn voorbereiding van het interview had ik wel gelezen dat ze uit een moeilijke periode kwam – in de loop van het interview zei ze nog: “De laatste tijd ervaar ik HSP als iets slechts: veel meer als iets negatiefs dan als iets positiefs.” Toen ik aansluitend voorzichtig polste naar haar ervaringen met boosheid en frustraties, zag ik ze zo voor mijn ogen wegzakken in haar besognes. Ik zag hoeveel droefheid er verborgen kan zitten achter een fotogenieke glimlach. De nonchalance waarmee ze een loodzware maatschappelijke problematiek ter sprake 5 bracht om haar gevoel en ervaring toe te lichten, maakte dat ik nog geen kwartier na de start van ons gesprek eigenlijk al uit mijn rol was gevallen als interviewer, lichtelijk overweldigd door haar openhartigheid. Zo heeft het interview me gedwongen om evengoed iets over mezelf onder ogen te zien: Ik ben een bedroevend slecht individu; in wezen weet ik alleen maar hoe ik mens moet zijn. Ze begon te vertellen en het duurde niet lang voor het gevoel me bekroop: *Uh-oh* Hier klopt iets niet! In de e-mailcorrespondentie die volgde na het interview zei ze zelf:
“Ons gesprek heeft me toen heel snel op een emotioneel pad gebracht, omdat de nood hoog was. Ik voel me niet vaak en niet makkelijk begrepen, waardoor het er allemaal ongecensureerd uitkwam. Ik was me er op dat moment niet van bewust hoe diep ik me blootgaf en hoe kwetsbaar ik me opstelde …”
Ik had het anders wel opgemerkt dat ze me in vertrouwen nam. Ze zei in het begin nog terzijde dat ze haar emoties niet altijd onder controle heeft. Wel, de langgerekte cri de coeur die de rest van het interview zou worden, liet weinig aan de verbeelding over. Die halve knuffel die ik kreeg bij de begroeting was in feite een voorteken van iemand die aan het snakken was naar waarachtig menselijk contact. En daar zat ik dan …
Ik was niet zozeer ongerust, aangezien ze bij aanvang al gezegd had dat ze sinds haar zestiende in verband met haar emotionaliteit een beroep deed op professionele hulpverlening. Alleen bleek al vlug dat daar gedurende die ruim twee decennia nooit echt veel resultaat in geboekt is, zoals ze zelf ook aangaf: “Als ik nu naar een therapeut ga, is het fijn om mijn hart te luchten. Ze begrijpen mij. Maar dan kom je terug buiten en denk je: Tja …” Er was dus wel reden tot bezorgdheid, en ik hoop dat dit nog steeds de norm is in deze samenleving: dat mensen die elkaar in wezen helemaal niet kennen zich openlijk zorgen kunnen maken om mekaar. Ik heb dan maar gedaan wat ik eigenlijk altijd doe: actief luisteren en proberen te begrijpen wat mensen trachten te zeggen met de woorden die ze gebruiken, zonder te vervallen in oordelen. Of zoals Hanne het achteraf onder woorden bracht:
“De dag van het interview voelde ik me wel oké. Mijn leven verliep misschien niet honderd procent zoals ik het op dat moment wenste, maar zo verloopt het bij niemand, toch? Me van geen kwaad bewust begonnen we aan het gesprek en al gauw werd me duidelijk dat de persoon die tegenover me zat me begreep. Hij keek niet raar op, hij beaamde zelfs mijn ‘overdreven’ emoties. Hij was hooggevoelig en voor het eerst in lange tijd ging er een grote poort in mijn hoofd open. Het was een kwestie van minuten voor al mijn emoties eruit stroomden. Professioneel blijven en me herpakken kwam zelfs niet meer in me op. Ik wou plots zo veel delen en vragen.”
En zo geschiedde. Ze begon heel open te praten over de frustraties die ze ervaart in haar leven, en dit nochtans zonder dat ze op mij gefrustreerd overkwam. Integendeel, ik vond dat ze net een heel nuchtere kijk heeft op zichzelf en op de mensen rondom haar:
“Als ik praat met mensen zie ik hen vaak denken: Zie mij, ik praat met Hanne Troonbeeckx. Alleen is Hanne Troonbeeckx een product en ben ik Hanne; ik ben dat product helemaal niet! In de media word je compleet gekneed volgens het imago dat ze voor jou in gedachten hebben. Er wordt verwacht dat je altijd (met gemaakte stem) lacht, straalt en goed gezind bent, ook al ben ik dan helemaal niet aan het lachen. Mensen zien het product maar ze kennen Hanne niet en dan denk ik: Tja, dat moet dan een teleurstelling zijn hé, de realiteit …”
In alle vragen die ze me begon te stellen kwam stilaan ook de aap uit de mouw. Het bleek dat ze in haar brede relationele kring nogal sterk te lijden had onder een teveel aan mensen die op een individualistische manier in het leven staan. Vanuit hun mensbeeld 7 ervaren zulke individuen het leven eerder rationeel, terwijl die rationaliteit voor gevoelsmensen als Hanne natuurlijk verstikkend werkt. Het rationele individu is vaak ‘arm van hart’ of oppervlakkig in zijn emoties, en zo worden de emoties van gevoelsmensen vanzelf bekritiseerd als ‘overdreven’, of zoals ze op niet mis te verstane wijze sprak tijdens het interview: “Rationele mensen geven me vaak het gevoel dat er iets scheelt met mij en ik voel me daar gewoon verschrikkelijk ongelukkig door.”
In haar relaas zat een mooie boodschap die ik heb proberen binnen te smokkelen in de uiteindelijke interviewtekst:
“Op de slotvraag of ze binding heeft met het thema natuur, antwoordt ze dat ze ondertussen in een huisje woont met een tuintje. Ze vindt het fijn om met de blote voeten in de tuin te werken, het gevoel geaard te zijn met de grond en de natuur. Mensen zoals Hanne zouden eigenlijk ook emotioneel thuis moeten komen met een ‘tuintje’. Een plaats tussen mensen bij wie zulke emoties kunnen wortelen, zodat het gevoel niet langer overheerst dat alles altijd in de kiem gesmoord wordt. Emoties verlangen en verdienen evengoed een plekje om ongestoord te groeien. Pas dan kunnen mensen aarden en worden emoties een bron van rust, liever dan een bron van frustraties.”
In een e-mail na het interview zei ze nog dat ze in de loop der jaren een specialiste is geworden in het onderdrukken van emoties. Wat niet hoeft te verbazen aangezien emoties in deze individualistische tijden, waarin rationaliteit zowat de dominante norm is, nu eenmaal al te makkelijk geproblematiseerd worden:
“Thuis en professioneel ken ik geen emotionele vrijheid. Het is er door de jaren heen ingedrild om mijn emoties zo veel mogelijk te onderdrukken. Om allerlei redenen maar vooral: toon ze niet Hanne want dat is niet gepast! Terwijl, ik vind het net heel fijn om gesprekken te voeren die emotioneel beladen zijn. Als ik een klein gaatje voel waarin mijn emoties welkom zijn, dan vloeien ze er uit. Misschien heeft dat er ook mee te maken waarom mijn emoties niet in verhouding zijn? Misschien is dat ook de reden waarom ik soms zo moe ben van alles? Ik weet precies zelf niet meer hoe ik met mijn emoties om moet …”
Ik kon me niet van de indruk ontdoen dat ze met al haar emoties eigenlijk vast zit in een soort van vicieuze cirkel: Als emoties onderdrukt worden, kan je ze ook niet oefenen. Als je niet geoefend bent, word je al vlugger moe en als je vermoeid bent, kan je alles emotioneel niet altijd even goed inschatten, precies omdat de ervaring je ontbreekt door een gebrek aan oefening. Als je een gevoelsmens bent, moet je daar natuurlijk wel rekening mee te leren houden in je leven, al is het maar om gewoon te kunnen leven …
Ik kon dus zeker begrip opbrengen voor de frustraties die ze ventileerde tijdens het interview. Als je op een zucht staat van je negenendertigste verjaardag (in de maand van publicatie van dit interview) en je hebt het gevoel dat je de laatste jaren van je leven op emotioneel vlak ter plaatse bent blijven trappelen, tja, dan hoeft het niet te verbazen als de wanhoop op den duur toeslaat. Ze luchtte haar hart door alle moeilijkheden die ze in het leven ervoer gedetailleerd op te sommen, en het grappige was, of toch vanuit mijn perspectief, dat ze meestal langs haar neus weg meteen ook de oplossing presenteerde. Ze was daar eigenlijk een perfecte emotionele illustratie van het spreekwoord: Door de bomen het bos niet meer zien. Op een gegeven moment waren de traantjes daar, maar ik kreeg ze wel vlug weer aan het lachen met mijn oprecht gespeelde verbazing dat ik tegen al mijn verwachtingen in blijkbaar toch nog één papieren zakdoekje in mijn bezit had.
Ik heb haar dan maar gelijk attent gemaakt op de Praatkaffees van HSP Vlaanderen. Het toeval wou dat er de volgende dag ook een plaatsvond in haar thuisstad én dat haar agenda het toeliet. Ik heb haar dan op het hart proberen te drukken dat dit echt wel iets voor haar zou zijn en gelukkig had ze wel oren naar mijn suggestie met zachte dwang. De avond nadien is ze effectief gegaan:
“Pas na ons gesprekje voelde ik dat het iets met me deed. Het interview heeft me niet meer losgelaten en ik heb me dezelfde avond nog ingeschreven voor het Praatkaffee. De dag nadien ging ik met een klein hartje daarheen maar het viel fantastisch mee – het werd het verlengde van het interview. Ik leerde een hoop fijne mensen kennen die me begrepen en met open armen ontvingen. Ik heb heel wat traantjes laten vloeien maar het luchtte op. Ik stond helemaal in mijn gevoel en er was geen enkele remming. Compleet opgeladen ging ik naar huis. Ik denk dat het een goede zaak is dat ik blijf gaan, om te beseffen dat ik meer ruimte mag creëren voor mezelf.”
Toen ik enkele dagen na het interview aan de transcriptie begon, en zo op basis van de geluidsopname het verhaal van Hanne woordelijk begon te reproduceren, waren er weer andere elementen die me opvielen. Sommige zaken die ze ter sprake bracht, deden me sterk denken aan research die ik voor een ander project aan het verrichten ben. De Duitse filosoof Friedrich Nietzsche schrijft: “[W]e suffer from the malady of words, and have no trust in any feeling that is not stamped with its special word.” 1 Ik heb haar toen ook per email attent gemaakt op die bedenking van Nietzsche, en ze begreep wonderwel wat ik probeerde te zeggen: “Je hebt me wat bijgebracht: er zijn geen woorden voor de emoties die ik soms moet ondergaan.” Het is natuurlijk moeilijk om emoties te duiden ten aanzien van andere mensen als de woorden ervoor niet bestaan. En daar was Hanne met haar emotionele intelligentie weer, met een nuchtere kijk op de zaken:
“Ten eerste kan ik mijn emoties al niet uitspreken, en zelfs dan nog zou ik ten tweede niet eens begrepen worden en zou ik me ten derde ook nog eens moeten verdedigen tegen rationele oplossingen voor mijn emoties. Ik heb daar gewoonweg de energie niet meer voor!”
Eigenlijk werken metaforen nog het best om emoties te verduidelijken, en ze sprak zelf over een vriendin van haar die met verdrinken op de proppen gekomen was. Ze vond dat een goede omschrijving van de emotionele staat waarin ze zich bevond, en na het interview kon ik niet anders dan haar gelijk te geven. Als je zelf op emotioneel vlak al wat watertjes doorzwommen hebt, herken je de paniek wel als andere mensen het gevoel hebben dat ze aan het verdrinken zijn. Als mensen al een hele poos ter plekke aan het watertrappelen zijn en van vermoeidheid regelmatig kopje onder gaan, dan realiseren ze zich niet eens meer dat ze door rationele stromingen al lang niet meer zijn daar waar ze eerst waren.
Eens de transcriptie af was, heeft ze de tekst met enige vertraging gelezen. Ze vond het confronterend om haar woorden terug te lezen – het maakte blijkbaar iets los. Door het emotionele spiegelbeeld dat ze las van zichzelf, vond ze ook eindelijk de moed om die emotionele knoop in haar persoonlijk leven nu eens definitief door te hakken. Die uitrafelende knoop waarover ze tijdens het interview zelf sprak dat alle mensen in haar omgeving zagen dat die overduidelijk rotversleten was:
“Ik bevond me véél te lang in een omgeving waarin ik niet aanvaard, geapprecieerd of geliefd werd.” Later zei ze nog: “Het was een zware klap, maar ik kon toen letterlijk niet meer. Ik was op: moe, leeg, verdrietig en ontzettend eenzaam.”
Als gevoelsmens weet ik uit eigen ervaring dat emotionele eenzaamheid bij momenten een mentale hel op aarde kan zijn, dus in dat opzicht was ik opgelucht voor haar dat ze in heel dit verhaal opnieuw de energie had gevonden om terug te zwemmen naar daar waar ze vandaan kwam, of naartoe wou in het leven. “Ik heb het ritme van de golven weer gevonden en nu kan ik er meer en meer van genieten”, schreef ze nog.
Aanvankelijk was ze ook enthousiast over mijn eerste versie van de interviewtekst: “Je hebt een zwaar gesprek mooi samengevat. Dat moet geen evidentie geweest zijn.” Zelf was ik ook moe maar voldaan. De tekst was op emotioneel vlak echt sterk, met een krachtige boodschap. Tot het haar natuurlijk begon te dagen dat die momentopname van het interview zo’n uitvergroting was van een donkere periode in haar leven, omdat ze zich zo ongecensureerd kwetsbaar had opgesteld, dat ze de tekst liever niet gepubliceerd zag. Ze vreesde dat hij haar emotioneel zou achtervolgen. En zo eindig je dus met een mislukt interview, zonder tekst!
Nu, ik was ab-so-luut niet teleurgesteld want ik begreep haar motivering zonder enig probleem. Ik vond het alleen zonde om heel dit verhaal op die manier verloren te zien gaan, dus heb ik haar voorgesteld om het zelf te herschrijven, als een verslag vanuit mijn perspectief. Ik dacht wel dat ik de zwaarte van het interview zou kunnen ombuigen, door er een andere, meer menselijke dimensie aan te geven. En voor haar was het goed: “Ik volg je chaotische verhaal hélemaal. Daarom laat ik het geheel aan jou over, met het volste vertrouwen.” Ze zei nog: “Het is, als dit een troost kan zijn, wel volledig dankzij jou dat ik wakker geschud ben.” Nochtans, zó-veel heb ik nu ook weer niet gedaan. Ik ben enkel mezelf geweest, en zo komen we stilaan tot de moraal van dit verhaal …
Onderschat nooit welke rol van betekenis je zelfs maar als toevallige passant, door een samenloop van omstandigheden, kan spelen in het leven van een ander mens. Want dat is dus het gevaar van deze individualistische tijden met zijn professionele hulpverlening. We zouden bijna vergeten dat we gewoon als mensen, met een gezonde combinatie van menselijkheid, levenservaring, zin voor verantwoordelijkheid, een beetje aandacht en een beetje betrokkenheid of bekommernis, al ver kunnen komen om andere mensen te helpen, zonder dat we er daarom altijd zelf baat bij hebben. Zeker nu de donkere wintermaanden ons weer overvallen, is dat een boodschap die zijn waarde kan bewijzen. Soms wanneer je andere mensen helpt, ben je indirect gewoon ook jezelf aan het helpen. En in al haar spontaniteit zag Hanne er geen graten in om me na het lezen van deze tekst volmondig bij te vallen:
“Ook voor positieve emoties zijn er niet altijd woorden. Moest dit dus real life zijn, zou ik tegenover jou plaatsnemen om vervolgens even helemaal niets te zeggen. Het zou zeker geen ongemakkelijk moment worden, want aan het breder worden van mijn glimlach zou je merken dat er iets positiefs achter schuilgaat. Aan mijn lichaamstaal, aan de manier waarop ik mijn woorden zou kiezen en aan de klemtoon die ik erin zou leggen om ze te benadrukken, zou je weten dat ik niets dan de waarheid vertel: Dit mislukt interview is het mooiste interview dat ooit over me werd geschreven! Het is een straf staaltje emotioneel inlevingsvermogen en je schrijft het neer op een manier zoals ik het zelf nooit zou kunnen verwoorden. Je hebt een proces van bewustwording na een emotioneel dieptepunt zo knap weten over te brengen, dat ik het aan de hele wereld wil laten lezen. Hier zit een boodschap in voor iedereen; er zitten elementen in waar álle mensen zich aan kunnen spiegelen, niet enkel mensen met HSP … Voor het eerst in mijn hele carrière lees ik een interview over mezelf waar ik trots op ben. Ditmaal is het geen interview waarin ik overdreven in de bloemetjes of subtiel te kijk gezet word, nu is het gewoon honderd procent echt. Het beschrijft volledig wie Hanne is en dat is iets waar ik me niet langer voor wil schamen – ik wil mezelf nooit nog zo verwaarlozen!”
Persoonlijk heb ik er dus wel een goed oog in dat Hanne meer en meer haar sterktes zal leren te maken van haar kwetsbaarheden in het leven. Eens ze leert om zichzelf niet langer weg te cijferen, zal ze tegelijk ook voelen dat ze zo haar emoties geen onrecht meer hoeft aan te doen. Eens je doorhebt dat hooggevoeligheid een leerproces is, kan je als mens groeien in die emotionaliteit, want emoties zijn niet alleen een leerproces van andere mensen, ze zijn ook een leerproces van onszelf:
“Ondanks dat ik voel dat ik mezelf compleet verwaarloosd heb, leef ik terug – straffe woorden, hé? In een wereld waarin mensen zacht en lief zijn en evengoed lachen en plezier maken. Ik geniet van fijne gesprekken met warme mensen, want emoties kunnen ook positief zijn. Ik vul mijn dagen met veel zorg voor mezelf. Ik kook en het is nog lekker ook, evengoed voor vrienden, omdat ik er enorm van geniet om ook voor hen te zorgen – ik besef nu dat ik een zorgzaam type ben. Na maanden heb ik zelfs weer energie om te sporten. Ik geniet van de natuur, en van mijn tuintje …”
Het interview mag dan wel mislukt zijn, desalniettemin hebben we er met Hanne in het hele HSP-verhaal een nieuwe ambassadrice bij: Hanne Troonbeeckx 2.0 of een emotioneel herboren vrouw. Als Hanne Troonbeeckx een vrouw is die geroemd wordt om haar fysieke verschijning, dan zijn het haar emoties die Hanne pas echt mooi maken als mens.
©Jeroen Neukermans